Elk jaar komt de vermogensbelasting weer om de hoek kijken. Maar wat is dit eigenlijk en wat is er in 2023 anders dan vorig jaar?
Nieuwe grens
In 2023 gaat er wel degelijk wat veranderen als het gaat om vermogensbelasting. Bijna een miljoen mensen gaan namelijk geen belasting betalen dit jaar en dat klinkt goed! Hoe dan kan? Heel simpel, de grens van heffingsvrij vermogen in box 3 is dit jaar omhooggegaan. Dat betekent dat je 50.000 euro vermogen mag hebben als je alleen bent, samen met je fiscale partner is dat bedrag 100.000 euro.
Je vermogen
Het totaal van je spaargeld, beleggingen en andere bezittingen minus eventuele schulden is je vermogen. Je spaargeld betreft het totaal aan bank- en spaartegoeden die je hebt, hier vallen ook spaardeposito’s onder.Bij beleggingen en andere bezittingen moet je denken aan je totaal aan aandelen, obligaties, onroerend goed, zoals een tweede woning en ander vermogen in box 3. Als je voor je eigen woning gebruikt maakt van hypotheekrenteaftrek, valt je woning in box 1 en niet in box 3. Bij de schulden gaat het om het totaal aan leningen dat je in box 3 hebt. Hieronder vallen hypotheken, familiebank-leningen etc.
Heffingsvrij vermogen in 2023
Een vast bedrag van je vermogen is vrijgesteld van belasting, dit is het heffingsvrij vermogen. Vorige jaar lag deze grens voor mensen zonder fiscale partner op € 30.846, maar dat is dit jaar omhooggegaan naar € 50.000. Het heffingsvrij vermogen met een fiscale partner lag vorig jaar op € 61.692 en dit jaar is dat verhoogt naar € 100.000. Dit jaar is de grens voor het vermogen waarover je belasting moet betalen dus aanzienlijk hoger.
Vermogensbelasting 2023
Wanneer je boven de grens van het heffingsvrij vermogen komt moet je belasting gaan betalen. De belastingdienst gaat er namelijk van uit dat je inkomsten hebt uit dat vermogen. Ze gaan ervan uit dat je het geld zal beleggen en niet alleen maar spaart. Ze gaan bij het berekenen van de vermogensbelasting niet uit van het daadwerkelijke rendement dat je uit je spaargeld en beleggingen haalt, maar ze gaan uit van een fictief rendement. Dit rendement is een gemiddelde dat volgens de belastingdienst in Nederland wordt behaald. Over dit fictieve rendement betaal je 31% inkomstenbelasting. In 2020 was dat nog 30%.De vermogensbelasting is in 3 schijven onderverdeeld. Hoe hoger de schijf, hoe meer vermogensbelasting je betaalt. Dat komt omdat de belastingdienst ervan uitgaat dat je in die hogere schijven valt, als je ook een groter deel van je spaargeld zal beleggen en daardoor ook een hoger rendement zal behalen.
Schijven vermogensbelasting
Box 3 werkt met 3 schijven om belasting te berekenen. Vanaf 2023 veranderen de grenzen van de 3 schijven. Tot en met €50.000 is dus vrijgesteld van belasting. Dat is het heffingsvrij vermogen. Boven deze €50.000 gelden de volgende schijven:
Let op, deze bedragen zijn aangepast |
|
Schijf 1 | €50.650 tot 101.300 |
Schijf 2 | €101.300 tot 1.000.000 |
Schijf 3 | Vanaf €1.000.000 |
De Belastingdienst werkt met percentages per schijf over de oplopende opbrengst. Voor fiscale partners zijn het heffingsvrije vermogen en de schijfgrenzen het dubbele van de hierboven genoemde bedragen.
Percentages opbrengst uit vermogen aangepast
Vanaf 2023 wordt er 0,03% rendement berekend over het spaargedeelte (0,07% in 2020). Over het beleggingsdeel wordt 5.69% rendement berekend (5,28% in 2020). Beide percentages zijn dus wat aangepast. Deze percentages gelden voor iedereen in box 3. Ongeacht hoeveel opbrengst iemand haalt uit spaargeld of kleine beleggingen. Dat betekent dat deze percentages forfaitair blijven, net zoals vorig jaar.
Invloed op toeslagen
De nieuwe schijfgrenzen hebben geen invloed op het wel of niet krijgen van toeslagen. Daarmee worden toeslagen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag of kindgebonden budget bedoeld. Bij deze toeslagen gelden andere vermogensgrenzen. De nieuwe schijfgrenzen zijn ook niet van invloed op de eigen bijdrage in de langdurige zorg (vermogensinkomensbijtelling).
Wat verandert er in 2023?
Als je geld hebt gespaard van hoef je vanaf 2023 geen vermogensbelasting meer te betalen tot een vermogen van 50.650 euro. Als je een fiscaal partner hebt dan is dit bedrag 101.300 euro. Deze bedragen zijn dus iets gestegen ten opzichte van vorig jaar. Eerder stond dit namelijk op 50.000 euro en 100.000. Op de kop af dus! Dit jaar hebben ze dit verhoogt. Schrijf 3 verandert naar 1.012.350 euro staan. Hiermee is de heffingsvrije grens van het vermogen opgeschoven. Als je dus antwoord wilt hebben op de vraag: hoeveel spaargeld mag je hebben op de bank zonder hierover belasting te betalen dan is het antwoord: 50.650 euro. Dat lijkt heel veel, maar zodra je bijvoorbeeld overwaarden van een woning hebt, schiet je hier vaak al overheen. Dan wordt het prijzig om spaargeld te hebben. In 2023 staat schijf 1 op 0,56% belasting over het bedrag. Schijf 2 op 1,35% van het bedrag en vanaf 1.012.351 betaal je 1,71%.
Nieuw boxstelsel vermogensaanwasbelasting per 2026
Het klinkt misschien ver weg, maar er gaan wel degelijk grote veranderingen en hervormingen komen in het belastingstelsel van dit moment. Zo wordt de volledige box 3 op de kop gezet. Het fictieve rendement bij vermogensbelasting wordt omgezet naar vermogensaanwasbelasting. Dit is belasting dat gebaseerd is op daadwerkelijk behaalde rendementen. Systeemtechnisch ging het de belastingdienst niet lukken om per 2025 dit aan te passen. Dit wordt dus waarschijnlijk in 2026.
Helaas zal er tot die tijd gewerkt worden met fictieve percentages. Het kabinet is ondertussen nog bezig met een spoedwetgeving. Deze moet ervoor zorgen dat de overbruggingsjaren tot 2026 vast komen te liggen met een compensatieregeling. Mocht er in de tussentijd wat veranderen op basis van de vermogensbelasting dan kan je het hier lezen.